Taal, macht en dwaling
Het leven – het Al-Dat-Is – is een oneindig continuüm, eeuwig in- en uitstromend in haar eigen veelvoud van vormen en fasen. Dat wat herkenbaar voor ons is, zijn we een aparte naam gaan geven. Ster, ruimte, aarde, licht, tijd, gedachte. We bedienen ons van taal om deze herkenbare eenheden af te kunnen bakenen en erover te kunnen communiceren. En het is díe taal, díe afbakening, waarmee we met elkaar praten. Waarmee we onze kinderen bekend maken met de aard van de werkelijkheid.
Zo geven we hen grip, macht en creatieve mogelijkheden. Tegelijkertijd introduceren we hen – en onszelf – aan een gefragmenteerde, vervormde werkelijkheid. Een werkelijkheid waarin harde scheidslijnen bestaan tussen lichaam en geest, energie en materie. We denken in hokjes die niet werkelijk bestaan, en zo hebben we het werkelijke continuüm uit het oog verloren. Het is geen onderdeel meer van onze waarneming. Van kleins af aan leren we zo dat wij mensen bestaan uit een lichaam en een geest; twee heel verschillende dingen. Een dwaling dus, waardoor de cognitieve en intuïtieve beleving van ons ‘zelf’ in zekere mate incongruent is geworden.
Want we ervaren de continuïteit tussen ons bange voorgevoel en de buikpijn die we hebben wél, maar we veronderstellen haar niet te bestaan wanneer we oplossingen zoeken voor ons fysieke lijden. We brengen ons lichaam naar de dokter zoals we onze auto naar de garage brengen voor de APK. “Dokter, wat mankeert dit lichaam?” in plaats van naar binnen te keren, stil te worden en te luisteren. Hallo, lief lijf. Wat probeert mijn spijsvertering mij te vertellen? Wat is het dat ik niet kan verteren?
Lijfspreuken
Ironisch genoeg is het juist de taal waarin de samenhang tussen voelen en weten weer aan het licht komt. Ik heb er mijn buik van vol. Wat heb je op je lever? Ik heb een knoop in mijn maag. Ik heb een brok in mijn keel. Spuw je gal! Deze oude uitdrukkingen spreken van spijsverteringsprocessen om gevoelens mee uit te drukken. Wat zit daar achter? Wat probeert mijn spijsvertering mij te vertellen?
Spijsvertering
Trek je mond eens heel wijd open en kijk diep naar binnen: mondholte, slik, slokdarm, maag, daaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaarrrrmm, anus, floep, einde. Allemaal dezelfde holle buis met hier en daar wat sfincters en klepjes. Pas als je dóór de wand van die holle buis heen beweegt, bevind je je ín het lichaam, in het milieu intérieur zoals dat zo mooi heet. Het spijsverteringproces is het dissimilatie- en transformatieproces van voedsel (en informatie!) van uitwendige vorm naar inwendige opname. Onze spijsvertering vormt het grensvlak tussen onze binnen- en buitenwereld.
Geestelijke vertering
De fysieke spijsvertering loopt analoog aan een proces dat je geestelijke vertering zou kunnen noemen. Informatie, indrukken, denkbeelden en impulsen moeten eveneens “verteerd” worden voor we ze ons eigen kunnen maken. Hoewel impuls- en informatieverwerking – puur fysiologisch gezien – hoofdzakelijk het domein van het brein is, heeft dit proces een heel nauwe relatie met je spijsvertering.
Intuïtief begrijpen we deze connectie heel goed. Deze traditionele kennis is zo oud als de mensheid en we bezigen haar in de taal die we gebruiken om te vertellen hoe het met ons gaat. Van onverteerbare zaken liggen we wakker. Te zware lasten geven je die knoop in je maag. Woede slaat je op de lever. Wat probeert mijn spijsvertering mij te vertellen?
Je tweede hersenen
Die connectie tussen je spijsvertering en je gevoelswereld (je brein dus) wordt ook wetenschappelijk steeds meer blootgelegd. Bijvoorbeeld met de ontdekking dat het overgrote deel van de serotonine – een neurotransmitter (= breinstofje) in je brein die je blij, stabiel en ontspannen laat voelen – in je lichaam geproduceerd wordt in je darm, en niet in je brein! Ook de voortschrijdende kennis van ons darmmicrobioom (dit zijn al je darmbacteriën bij elkaar, een bonte mix die voor ieder mens uniek is en een gigantische invloed heeft op je individuele fysiologie) laat zien dat er verbanden bestaan tussen bijvoorbeeld depressie en de samenstelling van je microbioom. Een bepaald streng eliminatiedieet kan effectief zijn bij ADHD. Zo zijn er talloze voorbeelden. In de wetenschap wordt inmiddels gesproken van de darm-brein-as, en de darmen worden ook wel je tweede hersenen genoemd. Dat is dus niet voor niets.
Indrukverwerking
Het proces van indrukverwerking staat centraal in die verwantschap tussen darm, spijsvertering en brein. Bij gevoelige kinderen en (hoog)sensitieve volwassenen is de indrukverwerking een centraal aandachtspunt. Een verhoogde prikkelgevoeligheid (snel overvoerd raken door geluid, beeld, drukke ruimtes, veel informatie die tegelijkertijd tot je komt) heeft zowel een relatie met de eigenschappen van het brein als met de spijsvertering. De causaliteit hierachter is wisselend, en niet altijd duidelijk. Zorgt een verstoorde spijsvertering voor een verstoring van de stofjes in het brein waardoor de prikkeldrempel verlaagt? Of zorgt een lage prikkeldrempel en daarmee samenhangende overprikkeling voor spijsverteringsstoornissen? Feit is dat verstoring van de spijsvertering opvallend vaak tegelijkertijd verschijnt met problemen met de indrukverwerking.
Wijze planten
En dan nu de echte magie: veel geneeskrachtige planten die gebruikt worden voor geestelijke klachten, hebben ook uitgesproken effecten op de spijsvertering. Sint-janskruid bijvoorbeeld – een van de krachtigste antidepressiva uit de natuur – heeft een uitgesproken effect op de lever. Dit kruid versterkt de aanmaak van bepaalde leverenzymen, waardoor de verwerkingscapaciteit van de lever enorm toeneemt. Melisse, nog zo’n prachtig kruid, heeft sterke rustgevende effecten. Het is een plant die rust geeft aan je buikgebied wanneer je verdriet met je meedraagt of wanneer je gekwetst bent in je gevoel en dit niet kunt uitdrukken. Melisse is óók een krachtig kruid voor de lever en gal, en geeft je langs die weg het vermogen om je uit te drukken. Zo genezen kruiden de hele mens en niet alleen de klacht.
Anders kijken naar wat mijn spijsvertering mij probeert te vertellen
We weten nu dat de scheidslijn tussen lichaam en geest allesbehalve absoluut is, en er een nauwe relatie bestaat tussen onze spijsvertering en onze gevoelswereld. Laten we de spijsverteringsorganen dan nu eens benaderen vanuit de emotionele dynamiek. Ik wijk even af van mijn gebruikelijke paadje van pragmatische natuurgeneeskundige toelichtingen en begeef me in de ruige bosjes van de speculatie. Yolo. Een speelse, vrije oefening in de symbolische beschouwing van de spijsverteringsorganen.
Maag
Neem een lekkere hap van je glutenvrije fitgirl-baksel. Meteen sta je met je maag voor een keuze: doorlaten of uitspugen? Is dit iets voor mij? Vriend of vijand? Je beslist: ja. Doorlaten. Ik ga dit proces aan.
Lever en gal
Over de lever is enorm veel te vertellen. Je lever is, na je huid, je grootste orgaan. Het is ook het warmste. Je lever is een enorm slimme chemische fabriek: ze bouwt stoffen om tot heel nieuwe stoffen en breekt stoffen af zodat ze kunnen worden afgevoerd. Symbolisch gezien staat je lever voor warmte, overvloed, uitdelen en voor het vormgeven van jouw idealen, dat wat je in de wereld wilt brengen. Je bloed stroomt door de lever en wordt daar aangepast en omgebouwd naar jouw ideaal. Dit proces vereist creativiteit en levensmoed.
Het dóén, het in de wereld brengen van die idealen, is de rol van de gal. De gal is een scherpe, etsende vloeistof die vetten (symbool voor overvloed) “aanpakt” door ze te emulgeren, zodat ze kunnen worden opgenomen. Het laten stromen van je gal is een assertieve actie, een daadkrachtige beweging. Vandaar ook de uitdrukking “je gal spuwen”: afbakenend, assertief en recht door zee reageren. Ook agressie, frustratie en woede zijn emoties die in die uitdrukking doorklinken. Dit zijn de emoties van de lever en gal. “Wat heb je op je lever?“ (welke idealen zitten “klem”, kunnen geen doorgang vinden? Waar stagneert je creatieve proces?) “Spuw je gal!” (Gooi het eruit! Pak je kansen, neem wat je toekomt, bijt van je af!) Gal staat voor moed en daadkracht, voor initiatief en het vermogen om afbakenend en assertief te kunnen reageren.
De mens die iets op haar lever heeft en haar gal niet spuwt, mist een zekere vorm van warmte en ontspanning. Het lukt haar niet om haar idealen in de stof te trekken. Het is een vorm van ingehouden woede, van onderdrukte levensdrift. Galstenen zou je je kunnen voorstellen als een uitkristallisatie van dit proces. (Zeg ik uiterst voorzichtig.) Bittere kruiden die de lever en gal in beweging brengen (choleretica) worden gebruikt om deze stagnatie in beweging te brengen en “het eruit te gooien”.
Pancreas
De pancreas heeft een exocriene en een endocriene functie. De exocriene functie behelst het maken van spijsverteringsenzymen die in de darm het spijsverteringsproces assisteren. Dit proces is vergelijkbaar met de functie van de gal. De endocriene pancreas maakt insuline. Insuline maakt de lichaamscellen ontvankelijk voor glucose. Symbolisch bezien zou je je hier het vermogen om toe te laten bij kunnen voorstellen. Om te kunnen aannemen, toelaten, accepteren wat je toekomt, op het diepste innerlijke niveau (lichaamscellen).
Mijn docent kruidengeneeskunde vertaalde dit proces met “creativiteit voor je eigen ‘ik’”. Daarmee bedoelde hij: in hoeverre neem je en creëer je de vrijheid en energie (tijd, geld, beschikbare middelen) om je diepste essentie te voeden? Kun je en durf je in jezelf te investeren? Sta je jezelf toe om jezelf te zijn? Sta je jezelf toe om te ontvangen van het leven, zoals je nu bent?
Darm
Nu je ervoor hebt gekozen om een proces aan te gaan (maag), je idealen en identiteit hebt gevormd (lever), en met behulp van je creativiteit je kansen hebt gepakt (gal), en hebt geleerd om toe te laten wat je toekomt (pancreas), ben je bij de laatste stap aanbeland: de darm. Je darmen resorberen het door je maag, lever, gal en pancreas voorverteerde voedsel. Net als je maag maakt je darm een beslissing. Hier gaat de beslissing echter niet meer over het primaire aangaan van een proces, maar over het je eigen maken. Hoort dit écht bij mij? Laat ik het écht toe? Zodra een (voedsel- of informatie-)element door je darm is opgenomen, is het écht van jou, maakt het onlosmakelijk onderdeel van jou uit.
Vervolgens komt het vermogen tot loslaten: wat heb je niet meer nodig en laat je gaan, poep je uit? Weet je wel zéker dat je daar niet nog iets mee wilt? Loop je vast in dit proces (obstipatie)? Heb je genoeg kracht om tot je te nemen wat je nodig hebt? Heb je te maken met onverteerbare zaken in je leven, die blijven hangen en verstorend werken op je flow?
De verbinding herstellen
Opnieuw: verwar het model niet met de werkelijkheid. Stellig beweren dat een gebrek aan assertiviteit galstenen veroorzaakt, lijkt mij een (gevaarlijke) vorm van kwakzalverij waar niemand iets mee opschiet. Toch houd ik van deze symbolische bril. Niet als diagnostisch instrument, mind you, maar als meander-mijmer-materiaal om de bewuste verbinding met je lichaam (en al haar wijze en ondoorgrondelijke mogelijkheden) te inspireren en weer in herinnering te brengen. Om je lichaam weer te leren voelen en ervaren als levende, dynamische uitdrukking van jouw eigen, unieke levensenergie. Zoveel meer dan een simpel mechanisch voertuig van je besturende geest. Het is toch interessant en mooi om te luisteren naar wat mijn spijsvertering mij probeert te vertellen.
Zelfcompassie is hierin een kernwoord: een goede voeling hebben met jezelf zal alleen helend zijn wanneer je jezelf niet veroordeelt en je liefdevol kunt omarmen wat je ervaart.
Als je hiermee wilt werken, ga dan zitten, vraag en luister. Kijk naar beneden. Hoi, lief lijf. Wat voel ik allemaal?