winkel
Webwinkel

Selderij – Apium graveolens

Selderij geniet enige bekendheid als groente, maar komt ook in de Nederlandse natuur voor. In dit blog ga ik wat dieper op de plant in.

 

Schermbloemige

Selderij is een plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Dit is wereldwijd een grote plantenfamilie en in Nederland een van de grootste. Planten uit deze familie zijn nooit houtig en hebben de bloemen in schermen staan. Elke afzonderlijk bloem is meerzijdig symmetrisch en heeft vijf kroonbladeren (de gekleurde bloemblaadjes) en vijf meeldraden (de gele staafjes die je soms in een bloem ziet). Bij een deel van de planten is de stengel hol. Planten uit deze familie worden zelden oud; de meeste soorten zijn één of tweejarig.

Bekende soorten uit deze familie zijn de peen (Daucus carota) (waar onze wortel van komt), het fluitenkruid (Anthriscus sylvestris), de pastinaak (Pastinaca sphondylium) en de reuzenberenklauw (Heracleum giganteum). Sommige soorten kunnen brandblaren geven of zijn giftig bij het eten ervan. Aangezien veel soorten moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn (gewone berenklauw en pastinaak bijvoorbeeld lijken als ze nog geen bloemen hebben erg op elkaar), is het aanraken of plukken van de planten niet aan te bevelen als je weinig platenkennis hebt.

Kenmerken

Selderij heeft samengestelde bladeren. Dit zijn bladeren waarbij het lijkt alsof het er meerdere zijn, terwijl het in werkelijkheid maar één blad is. Zevenblad is ook zo’n plant met samengestelde bladeren. Voordat de plant gaat bloeien, heeft hij maar één samengesteld blad (dat zich steeds splitst).

Terug naar de selderij. De bladeren van de selderij glanzen en zijn gekarteld. Ze zitten aan een rechtopstaande stengel. Zowel de bladeren als de stengel zijn groen. De plant heeft groenachtig witte bloemen en bloeit in de zomer en de herfst. Hij wordt ongeveer een meter hoog. De plant is tweejarig. Selderij heeft een karakteristieke geur.

Voorkomen

Selderij is ook een kenmerkende plant voor brakke (het midden tussen zoete en zoute) grond. Hij komt daarom voor in kustgebieden. De plant heeft veel zon nodig en staat op voedselrijke vochtige tot natte grond. Binnen die omstandigheden kun je selderij onder andere tegenkomen in het moeras, op het strand en op grasland. Hij komt zowel op klei- als zandgrond voor. De plant is inheems en sterk achteruitgegaan.

Die achteruitgang heeft te maken met verlies aan dynamiek in het landschap. Omdat we droge voeten willen houden, heeft Nederland maatregelen genomen om overspoeling tegen te gaan. Selderij heeft daar last van, want de plant heeft graag dat de groeiplaats met enige regelmaat overspoelt. De meeste kans om de plant in Nederland tegen te komen is in Zeeland. Hier is hij zeldzaam; in andere kustgebieden van Nederland is hij nog zeldzamer.

Ook buiten Nederland komt de plant voor. Hij groeit onder andere rond de Middellandse Zee, West-Azië en Noordwest-Europa.

knolselderij op een witte achtergrond

Eetbaar

De knollen en bladeren van selderij zijn eetbaar, maar pluk de planten niet in het wild, want ook voor deze plant geldt dat er een giftige plant is die er erg op lijkt. Het zeer zeldzame dodemansvingers (Oenanthe crocata), ook uit de schermbloemenfamilie, is in het verleden vaak verward met selderij, maar de knollen van deze plant zijn dodelijk giftig. Dus niet plukken deze plant, tenzij je 100% zeker bent! En ook dan is de winkel een veiligere optie.

Kweekvarianten

In winkels zijn verschillende soorten selderij te krijgen, zoals knolselderij, selderijblad en bleekselderij. In alle gevallen gaat het om kweekvormen van de wilde selderij (Apium graveolens). Ze zijn zo gekweekt dat één aspect van de plant groter of lekkerder is. De basis is echter hetzelfde. Je kunt bij de naam van planten vaak zien of er sprake is van een kweekvorm aan de Latijnse naam die erbij staat. Een plant heeft normaal gesproken twee namen, in het geval van selderij is ‘Apium’ de eerste naam en ‘graveolens’ de tweede. Staat er daarachter het woord ‘var.’ (varius) of ‘cv.’ (cultivar) met daarachter een derde naam, dan is sprake van een kweekvorm. Staat er na de tweede naam een ‘x’ achter met daarna een derde naam, dan is sprake van een kruising tussen twee planten. Meestal is dat ook een kweekvorm, maar dat hoeft niet (komt ook in sommige gevallen in het wild voor).

Als een wilde soort een wilde ondersoort heeft, dan staat er ‘s’ (subspecies) tussen de 2e en 3e naam.

Toepassingen

In de kruidenkunde wordt eigenlijk vooral het zaad van de selderij gebruikt voor licht vochtafdrijvende eigenschappen. Selderijzaad is daarnaast bloedzuiverend en ontzurend, daarom wordt het zaad regelmatig ingezet bij jicht. Selderijsap van de stengels wil hier ook bij helpen.

Selderijstengels als groente wordt ook aangeraden, daar hebben we een apart blog over geschreven. 

Wil je meer weten over de gezonde eigenschappen van knolgewassen en specifiek knolselderij? Lees dan hier verder. 

Wil je iets delen?

Wil je een reactie delen of heb je een vraag?

Door het insturen van het formulier kunt je een reactie achterlaten of een vraag stellen over algemene zaken. Wil je liever direct een consult aanvragen dan kan dat ook.

Stel je vraag!

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Van der Pigge is verbonden met haar zusterbedrijf De Groene Os

Zij maken de beste natuurgeneeskundige middelen voor je geliefde dier. Oerkracht uit de natuur voor grote en kleine huisdieren.

De Groene Os