De plant
Duindoorn is een doornige struik, waarvan de bladeren aan de bovenzijde grijsgroen zijn en aan de onderzijde wit. De bladeren staan verspreid aan de twijgen en zijn heel smal. De doornen aan de nieuwe twijgen komen pas in de zomer, na de bloei. Ook de bladeren komen na de bloei, die in de lente begint. Mede door hun groene kleur vallen de bloemen niet op. Waar de meeste plantensoorten (met name kruiden) afhankelijk zijn van insecten voor de bestuiving van de bloemen (dit geldt ook voor onze voedselvoorziening), is het voor de duindoorn de wind die voor de bestuiving zorgt.
In tegenstelling tot de bloemen vallen de (schijn)bessen aan de vrouwelijke exemplaren wel op. Deze zijn oranje en zitten in grote groepen bij elkaar aan de twijgen. De oranje kleur komt door het door caroteen.
De vruchten zijn eetbaar, friszuur en bevatten vitamines, onder andere (veel) vitamine C.
Duindoorn is eenslachtig, dus mannelijk of vrouwelijk. Als de duindoorn mannelijk is, komen er geen bessen.
Duindoorn wortelt tot meer dan een meter diepte en maakt ook horizontale uitlopers, waarmee hij zichzelf kan klonen. De wortels zijn sterk en kunnen door asfalt heen breken, waardoor er op plekken met duindoorn vaak gekozen wordt voor klinkerbestrating.
Waar komt hij voor?
Duindoorn groeit in de duinen, maar kan niet goed tegen zeewater. Dus heel dicht bij de zee, zul je de struik normaal gesproken niet vinden. Hij heeft kalkrijke grond nodig. Gezien het feit dat er een afname is van kalk (onder andere door stikstof) is duindoorn uit een groot deel van ons land verdwenen. Daarnaast wil duindoorn weinig humus in de grond, waardoor bossen (waar doorgaans (te) veel humus is) geen optie voor hem zijn. Je komt de struik nog wel tegen in de duinstreek, waaronder bij ’t Wed) in de Kennemerduinen en op de Waddeneilanden. Op Terschelling zie ik duindoorn vaak samen met kruipwilg (Salix repens). Bij de duindoorn is dat bij smalle paadjes altijd wel even voorzichtig passeren om geen schrammen te krijgen.
Duindoorn groeit niet alleen in Nederland, maar ook in grote delen van Europa en in het westelijk deel van Azië. Daar groeit de struik niet alleen langs de kust, maar ook in de bergen, mits er kalk in de bodem zit.
Gezondheidseigenschappen duindoornbes
De duindoorn wordt vooral gebruikt voor het zaad dat omega-7-olie bevat, wat bij vrouwen boven de 50 nog wel eens een meerwaarde kan hebben. Daarnaast worden de bessen ook gebruikt in het elixer van Weleda vanwege onder andere de vitamine C en het caroteen.
Zaad
- Hoog gehalte aan omega-7-vetzuren
- Met vitamine A ter ondersteuning van de conditie van het oog
- Vitamine A helpt bij de normale werking van de slijmvliezen
- Duindoornbesolie (EFSA-ID 2068) en vitamine A ondersteunen het herstellend vermogen van de huid*
*Gezondheidsclaim in afwachting van Europese goedkeuring
Weleda Duindoorn Elixer Bio
Duindoorn Elixer wordt uit verse, zongerijpte duindoornbessen (die een natuurlijke bron van vitamine C zijn) bereid tot een volle elixer. Vooral aan te bevelen in koude en lichtarme perioden van het jaar, en bij extra lichamelijke of geestelijke inspanning; bijvoorbeeld rond werk, school of bij het sporten. Bevat daarnaast vitamine C dat ondersteunen is voor het immuunsysteem. |
Uitwendig wordt duindoornolie uit het zaad ook gebruikt bij Weleda-huidverzorging. Weleda gebruikt dit vooral voor de lichaamsverzorging.