Wellicht weten velen van u zich de bejaarde zusjes nog te herinneren die altijd stevig gearmd door de binnenstad liepen. Dat ze stevig gearmd liepen, was een noodzakelijk kwaad, want ze maakten bijna altijd behoorlijk ruzie. Maar die ondersteuning had een van de twee ook nodig omdat ze aan een aandoening leed waarbij ze enorm trilde, zelfs schudde! Soms zo hard dat ze eventjes van de grond loskwam.
In de supermarkt moest Fie, de bevende zus, zich aan het boodschappenkarretje vastklemmen om het schudden een beetje te bedwingen. Lopend ging het nog best met haar, maar stilstaan was voor haar een helse opgave. Het begon dan langzaam, dat trillen. Een beetje met haar armen, dan schudde haar hoofd, vervolgens nam het beven bezit van haar hele lichaam. Haar zus riep dan streng: ‘Fie, sta stil!’ En dat deed Fie dan ook. Totdat het weer van voren af aan begon. Trillende handen, een schuddend hoofd en de rest van het lijf. Spreken kon ze niet in die toestand. Een uitputtende situatie.
Ook bij Van der Pigge kwamen de zusjes regelmatig boodschappen doen. Fie mocht gaan zitten, tenminste, zolang ze dat volhield dan. Net zoals nu was het ook toen behoorlijk druk in de zaak. De zusjes moesten wachten. En ja, bij Fie begon het trillen. Wanneer ze hard probeerde het niet toe te laten, bewoog ze veelvuldig met haar tong langs haar lippen. Maar het mocht niet baten. Ze schudde en beefde. Haar zus riep weer: ‘Fie, sta stil!’ En Fie stond stil. Ze kneep zichzelf hard in de handen.
En toch, en toch… Het begon weer. Hoe hard Fie ook wilde dat ze netjes stil bleef staan in die drukke winkel, ze beefde en trilde. Haar hoofd schudde hard heen en weer, terwijl ze stevig met haar tong langs haar lippen ging. En het schudden werd ditmaal zo hevig dat ze ook nu sprongetjes maakte. En bij het neerkomen gebeurde het: haar kunstgebit vloog uit haar mond en stuiterde klepperend over de plavuizen in de winkel.
Toen het gebitje stil lag, draaide een klant zich half om, keek naar het gebitje en zei verstrooid: ‘Zo, daar moet wel iets héél lekkers liggen..!’ Ze keerde zich weer terug naar de toonbank om haar bestelling af te ronden en ontdekte dat de medewerker die haar hielp er niet meer stond. Die medewerker was onder de toonbank gezakt van het lachen. Hij kwam na enige tijd weer bij zinnen, hoor. Fie kreeg van haar zus haar gebitje terug. De dames werden voorzien van hun benodigdheden en kregen een zakje zoete, zachte drop mee voor de schrik.
Nee, het ging niet meer over bij Fie. Gelukkig bleven ze nog lang klant bij Van der Pigge.