Destijds had dat nummer nog geen technische functie. Je draaide aan de slinger waardoor de ‘wektoon’ klonk bij de telefoniste. Je vertelde aan haar met wie je wilde spreken. De telefoniste, ze zaten op de bovenverdieping van het toen nieuwe politiebureau aan de Smedestraat, verbond je dan door.
Ik maak even een schets van Haarlem in die tijd:
Kippen
De Oude Gracht was inmiddels gedempt en op die brede weg was bijna geen verkeer, zelfs amper fietsers. Kinderen konden er dus naar hartenlust spelen. De omgeving was gemoedelijk. Op de Botermarkt was bijvoorbeeld een smederij. Smid Van der Vaart hield kippen en die voerde hij gewoon op straat. Het verhaal gaat dat wanneer het kippenvoer op was, hij op zijn gemakje naar de zaadhandel liep die op het Verwulft gevestigd was en alle kippen rustig met hem meeliepen.
Paardentram
Het modernste dat je toen in Haarlem kon vinden was de paardentram. Die reed door de Grote Houtstraat om inwoners naar het station te brengen. Dat ging in een rustig tempo, de tram werd getrokken door twee Ardenner paardjes. Men had voldoende tijd om aan de kant te gaan want het geluid van de hoeven was van grote afstand te horen. Schattig toch? Gemoedelijk? Nou, nee. Er was aanvankelijk veel protest tegen dit nieuwerwetse, en vooral haastige vervoermiddel. Dat was de sfeer in Haarlem in die tijd. En dus is het opmerkelijk dat Joannes van Os zo’n liefhebber van gadgets was. Ook al een voorouder die tegen de gewoontes inging.
Houten palen en gietstalen kabels
Het spande erom hoor, of deze stad wel een telefoonnet zou krijgen. Het was in de gemeenteraad 10 stemmen voor en 9 stemmen tegen. De doorslag werd gegeven door raadslid Mijnheer Figee. Hij stemde uiteindelijk in omdat hem een privélijn werd beloofd, lopend vanaf zijn woonhuis in de Wilhelminastraat tot aan de werf Conrad aan het Spaarne.
We denken dat het op verzet stuitte omdat er nog geen goede wetgeving was voor telefonie. Aanvankelijk viel de telefonie onder de Telegraafwet, want de telefoon werd toen nog beschouwd als een ‘Klanktelegraaf’. In de Telegraafwet staat dat grondeigenaren moesten toestaan dat telegraafpalen op hun terrein werden geplaatst. Dat was op zich nog niet zo’n last, want de telegraafpalen en -lijnen gingen enkel van het ene telegraafkantoor naar een ander telegraafkantoor, maar je kunt je voorstellen dat deze gedoogplicht in de telefonie niet te handhaven was. Je krijgt dan dus gewoon een houten paal voor je raam. En dat dan bij meerdere woonhuizen in de straat. In meerdere straten. Palen, hoge palen!
Chaos
De overheid liet het gesteggel over plaatsing van telefoonpalen over aan de gemeenten zelf, waardoor de regels van gemeente tot gemeente verschilden.
Mag ik je er nog eens op wijzen? Palen die minstens 10 meter hoog waren, de kabels waren van gietstaal en minimaal 2 mm dik. Hoe meer aansluitingen, hoe groter het web van gietstalen draden. Dat moet toch geen gezicht zijn geweest in dat ouderwetse Haarlem! Bij ijzel deden de verbindingen het niet en bij een hevige storm waaiden diverse telefoonpalen om. Kun je je de chaos voorstellen?
Al die draden in de knoop, palen die op gebouwen vielen, geen telefoonverkeer voor dagen, wellicht weken! Dat is voor ons nu onvoorstelbaar. We hebben overal bereik, dat is de normaalste zaak van de wereld.
Nostalgie?
We roepen wel eens dat vroeger alles beter was. Maar vooruitgang en het verzet ertegen zijn van alle tijden. Kunnen we nog wel terug in de tijd? De romantische paardentram, onbezorgd spelen op de Gedempte Oude Gracht… Maar onbetrouwbare bereikbaarheid hoort daar dan ook bij. Ik weet eigenlijk niet of ik dat wel wil. Hoe leuk ik het ook zou vinden om mijn kippen op de Botermarkt uit te kunnen laten.
Onze telefoon anno nu
Nee, ons telefoonnummer is allang niet meer 563. Het nummer is heeft tegenwoordig 10 cijfers 0235312454. En bij ons rinkelt de telefoon doorlopend. Wij doen onze uiterste best om iedereen zo goed mogelijk te woord te staan.
Duivenpost hebben we afgeschaft, maar een mail sturen is wel van deze tijd: info@vanderpigge.nl