Laat ik jullie nu eens meenemen van boven naar beneden
Het dak heeft aan de rand zwarte dakpannen (Oud-Hollandse dakpan), maar bovenop is het helemaal van zink. Dat geeft een behoorlijke roffel bij een flinke regenbui! In 1990 is het zink geheel vervangen en dat was een beste klus. In principe is het één geheel, hoewel het uiteraard in gedeelten is aangebracht, want zo’n volledig dak naar boven hijsen is onmogelijk.
Op zolder zijn alle constructiebalken geheel in het zicht gelaten en ook in het jaar 1990 schoongekrabd. Dat staat me nog helder voor ogen: ik was hoogzwanger van de 6e generatie en de babykamer was nog niet klaar, omdat de vloer er ehhh…gewoon nog niet was. Vanuit de woonkamer keek je regelrecht naar de kapconstructie. Een mooie kapconstructie overigens, maar een babykamer? Nee, die was er nog niet. Ook niet toen de kraamzorg even kwam kennismaken. Ze kon er de humor wel van inzien. Ik iets minder, zoals je wel begrijpt.
Deze grondige restauratie was nodig omdat het pand een Rijksmonument is en die dien je in goede staat te houden vanwege het historische belang. Dan moet je de verbouwing precies volgens de regels van Monumentenzorg laten verlopen en komt er regelmatig een toezichthouder langs die controleert of alles volgens de regels verloopt.
Dat het pand een Rijksmonument is, kan soms ook voor bijzondere verrassingen zorgen:
In 1999 zouden we feest vieren vanwege ons 150-jarig bestaan. We wilden het predicaat Hofleverancier heel graag gaan voeren en daaraan gaan allerlei onderzoeken vooraf. Een van de onderzoeken wordt door de Arbodienst gehouden, ze komen controleren of de arbeidsomstandigheden volgens de regels zijn.
En daar liep het spaak: de toonbanken zijn te laag, er is te weinig daglicht en de trappen zijn te steil. En juist die drie zaken konden wij ook niet wijzigen: De toonbanken horen bij het historische interieur (dat ook beschermd is), het daglicht kan niet verbeterd worden omdat het grote pand van de toenmalige V&D, dat om ons heen is gebouwd waardoor er aan de achterkant geen ramen meer zijn, ook een Rijksmonument is en de steile trappen zijn óók historisch, waardoor die niet weg mogen.
Het is gelukkig goed gekomen, het wapenschild hangt trots aan onze gevel.
Terug naar de zolder:
Op dit moment noemen we de grote zolder ‘het museum’, want ook wij wonen niet meer boven de zaak en we bewaren daar allerlei oude verpakkingen, stopflessen, oude kasboeken en etiketten, en we noemen de kleine zolder ‘de babykamer’. Dus als er iemand een nieuwe stofjas nodig heeft, dan zeggen we dat die in de babykamer in de kast hangt.
Ook op die zolderverdieping maakten we een badkamer met douche, wastafel en een aansluiting voor de wasmachine. Stel je eens voor dat alle zakken cement drie trappen opgesjouwd moesten worden. Ook de aanvoer van tegels, vloerbedekking en gipsplaten ging gewoon door de winkel, de steile trappen op naar boven. Ja, we deden alles zelf. Knettergek vind ik nu. Maar ja, eigenwijsheid hoort wel bij deze familie, nietwaar?
Een verdieping lager is nu het kantoor, van waaruit de blogs worden geschreven, het telefonisch spreekuur is en diverse administratieve handelingen worden verricht. Maar vroeger was dat de woonkamer, waar het bankstel en de eettafel stonden, plus de box voor de baby. We hebben prachtig uitzicht over de Gedempte Oude Gracht en de Botermarkt. In de tijd van het Bloemencorso zaten mijn dochter en ik op de vensterbank die prachtige wagens te bewonderen.
Ernaast is het keukentje waar nu de medewerkers hun lunch kunnen nuttigen en aan de achterkant bevinden zich twee ruimtes: een waar al het etalagemateriaal (etalagezolder) wordt bewaard en een klein kantoortje voor de bedrijfsleiding en waar de vlogs worden geëdit.
Het dienstbodekamertje nu consultkamer
Dan dalen we weer een behoorlijke steile trap af, daar is de praktijkruimte voor onze consulten, dat is het voormalig dienstbodekamertje. Je ziet nog steeds een wandje met witjes (oude tegeltjes) waar de lampetkan stond. Aan de voorzijde zijn de dropzolder, de kruidenzolder en de puntzakjeszolder. Ja, wij noemen echt alles wat boven is ‘zolder’. Nu ik het opschrijf besef ik wat een rare gewoonte dat is. Ook is er een ruimte waar de lockers staan voor de medewerkers. En nee, dat noemen we dan weer niet de lockerzolder.
Winkel
Er is nog weer een trap naar beneden: die naar de begane grond leidt. Daar is de winkel, het zijkamertje, beide te bezichtigen voor de klanten en aan de achterzijde is het keukentje en de uitpakruimte. In de uitpakruimte worden alle binnengekomen bestellingen uitgepakt, ingeboekt en klaargezet. In het keukentje zit ten slotte de laatste trap: naar de kelder. Alle trappen zijn steil bij ons, maar dat trapje moet je echt achterwaarts afdalen.
Kelder
De kelder is sinds 2004 (ongeveer) erg vochtig, helaas. De grondwaterstand is hoger komen te staan sinds er minder drinkwater wordt betrokken uit de duinen. En dat is echt heel jammer, misschien zelfs zorgelijk voor onze kelder. Daar staan balken die nog ouder zijn dan het pand, volgens kenners. En om die niet te laten aantasten hebben we een pomp aangeschaft om dat grondwater het riool in te pompen. Ideaal is het niet, maar zo houden we in elk geval het pand veilig. We hebben mooie plannen voor de kelder, maar die kunnen we niet realiseren als dat waterprobleem niet wordt opgelost. En de kosten om dit grondig aan te pakken zijn angstwekkend hoog. Zoveel geld hebben we daar niet voor beschikbaar. Dus zo lang zullen we blijven pompen. Want wat is ons bedrijf zonder dit fraaie pand? Niks toch? Wij blijven fijn zitten waar we al 172 jaar zitten.
Welkom!
Wil je meer weten over andere Rijksmonumenten in Nederland? Klik hier. Wil je meer weten over alle Rijksmonumenten die onze stad Haarlem rijk is? Klik hier.
Vind je het leuk om nog verder te lezen over onze geschiedenis? Lees dan hier.