Waterkers (ofwel Nasturtium officinale) is een bladgroente en onderdeel van de kruisbloemenfamilie waar onder andere ook radijs en tuinkers onder vallen. Dat verklaart ook meteen dat het een behoorlijke pittige smaak heeft als je het rauw eet. De naam zegt het al, waterkers is dol op water. Hoe meer hoe beter. Vandaar dat je hem in Nederland langs slootkanten kan aantreffen. Waterkers is ook vrij makkelijk in de zomer zelf te kweken in een brede pot. Hij moet altijd nat zijn, dus doe de zaadjes in de aarde, met onder de pot een schotel die altijd vol water staat. Je kan elke keer er van oogsten en dan groeit hij weer verder. Ik heb het zelf afgelopen zomer gedaan. Waterkers ontkiemt wat langzaam, maar als het eenmaal groeit, dan blijft het ook wel groeien. Je kan het overigens ook in de goed gesorteerde supermarkt kopen. Hoe maak je een lekkere waterkerssoep?
Mocht je het zelf willen plukken; er bestaat een wildplukwijzer. Waterkers is in de natuur niet altijd overal te vinden, dus een beetje geluk heb je daar wel bij nodig. (Wild geplukt dien je wel altijd de waterkers te verhitten in verband met infectiegevaar vanuit grazende schapen.) In de herfst wordt de smaak wat pittiger, in de zomer/lente smaakt het wat zachter.