Familie
De kamperfoeliefamilie heeft een divers palet van planten en is, door nieuwe wetenschappelijke inzichten (vaak op basis van DNA), recent uitgebreid met planten van de voormalige valeriaanfamilie (Valerianaceae) en kaardenbolfamilie (Dipsacaceae). De gewone vlier (Sambucus nigra), de kamperfoelie (Lonicera periclymenum), de echte valeriaan (Valeriana officinalis) en diverse distelachtige planten zoals de grote kaardebol vallen onder deze familie.
Meerjarig
De grote kaardebol is een twee- of meerjarige plant. Het is een kruid dat ongeveer 2 meter hoog kan worden. Hij heeft een wortelrozet (een bladkrans helemaal onderaan de plant) met vrij lange, smalle, puntige bladeren. Uit de wortelrozet komt later de bloemstengel omhoog. Deze heeft veel kleinere bladeren. De bloemen zijn roze of (blauw)paars en zitten, net als bij planten uit de composietenfamilie, in bloemhoofdjes (heel veel bloemen bij elkaar, zodat het geheel net één bloem lijkt, zeg maar een bos bloemen).
De bloemen zitten in soort korf en komen niet allemaal tegelijk tevoorschijn. De bloemen in het midden van de plant beginnen als eerste te bloeien. Daarna komen ook de andere bloemen hoger en lager uit de korf tevoorschijn. De bloemen worden bestoven door bijen en hommels.
Bloei
Tegen de tijd dat de plant begint te bloeien, is de wortelrozet verdwenen. De plant leeft normaal gesproken meerdere jaren als wortelrozet en bloeit maar één keer. In de maanden juli en augustus begint halverwege de hoogte het eivormig cilindrische bloemhoofd een ring van lila-achtig gekleurde bloemetjes te bloeien. De bloempjes bestaan ieder uit een kort buisje met aan het eind vier kroonslipjes. De meeldraden zijn lang en steken uit de buisvormige bloemetjes. De ring deelt zich twee ringen waarvan een naar boven gaat en de andere naar beneden. Na de vruchtafzetting sterft de plant af. De bloemstengel blijft dan nog lang na het afsterven staan, waardoor je deze ook in de winter nog kunt zien.
Groeigebied en geschiedenis
Grote kaardebol komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa, maar is al vroeg (in de Middeleeuwen) in Nederland ingevoerd. In de Middeleeuwen werd de kaardebol gebruikt voor textielbewerking. Doordat het gedroogde bloemhoofd zo stekelig is, kun je er wol mee te kammen. Alle vezels van de wol werden dezelfde kant op gekamd waardoor het makkelijker was om mee te spinnen op een spinnewiel. Kaardebol is een plant die in veel landen veel namen heeft gekregen, maar een grappige is bijvoorbeeld Glasburstli; de distel werd gebruikt om flessen mee schoon te maken.
Maar een andere passende naam is Schleuderklette (slingerklit). Dit duidt op dat het bloemhoofd wordt gedragen door kelkslippen. Daar zitten kleine haakjes aan. Die haakjes blijven kleven aan voorbijkomende dieren waardoor – als de bol losschiet – de zaden meters ver worden gekatapulteerd.
In Nederland
De plant groeit op vochtige, kalkhoudende, omgewerkte grond. In Nederland op klei, maar ook op krijt (krijt bevat veel kalk).
De grote kaardebol vind je in Nederland met name in Zuid-Limburg, langs de grote rivieren en in Zeeland. Je kunt ‘m het beste vinden in bermen, op dijken en in ruigten (ruigten zijn stukken grond met veel hoge, kruidachtige planten, zoals distels, bramen, frambozen en grote brandnetel, maar zonder een struik- en boomlaag).
Toepassingen voor de gezondheid
Je kan door sommige uiterlijke kenmerken (signaturen) van de plant zien dat de kaardebol een relatie geeft met de ziekte van Lyme. Zoals hierboven uitgelegd verplaatsen de groeiende bloemetjes zich in ringen naar boven en beneden; hierin kan je de gelijkenis zien met de migrerende ring die tevoorschijn kan komen nadat je een geïnfecteerde teek hebt gehad (erythema migrans). Deze ring is trouwens lang niet altijd zichtbaar nadat je bent gebeten door een besmette teek! Het is altijd belangrijk om te kijken hoe je je voelt in de weken na een tekenbeet (er kunnen griepklachten, hoofdpijn, spierpijn en koorts optreden; neem dan altijd direct contact met een arts op).
De plant heeft een zogenaamd venusbekken waarin zich water kan verzamelen. Sommige botanisten zien hierin de signatuur met de nieren. De nieren zijn uiteraard heel belangrijk in de afvoer van gifstoffen uit het lichaam. In de Chinese geneeskunde staat de nieressentie (yin) voor het versterken van de lever- en nierfunctie en het versterken van botten, bindweefsels en kraakbeen. Iedere infectie zorgt voor meer afvalstoffen die het lichaam moet afvoeren. Daarnaast kunnen de klachten bij Lyme zeer divers zijn en ook op deze lichaamsdelen effect hebben.
Inhoudsstoffen
De inhoudsstoffen die genoemd worden bij de kaardebol zijn iridoiden, saponinen, koffiezuurderivaten, kalizouten, inuline, bitterstoffen en het glucoside scabioside. Er wordt ook gesproken over een alkaloïde genaamd lamine. Er is nog geen goed wetenschappelijk onderzoek waarbij heel duidelijk is wat precies de stoffen van de kaardebol zijn die kunnen helpen bij Lyme.
Kaardebol wordt bij Lyme vaak langdurig ingezet. Chronische lymepatiënten (langer dan een jaar klachten) moeten het soms wel soms wel meer dan een jaar inzetten. De Lyme-spirocheet-bacterie is een hele slimme bacterie die zich diep in het lichaam kan nestelen.
Meestal zet je een tinctuur in met 30% alcohol, gemaakt van verse wortels die geoogst zijn aan het eind van het eerste groeiseizoen, vaak in de late herfst, in de winter of in het volgende voorjaar voordat de bloeistengel omhoog schiet. Als de wortels niet geoogst worden na het eerste groeiseizoen maar doorgroeien dan verliest de kaardebol haar kracht. In een vroeg infectiestadium kan je kaardebol toepassen als een kuur van 40 dagen.
We raden altijd aan om eerst een arts en/of natuurgeneeskundig specialist te raadplegen voordat je de ziekte van Lyme wilt aanpakken. We kunnen je daarmee helpen om de juiste persoon te vinden.
Wil je meer weten over natuurlijke oplossingen tegen teken? Lees dan ons blog hierover.
Wil je meer informatie wat we voor je kunnen betekenen of mocht je vragen hebben aan de hand van dit blog? Neem dan contact met ons op.