Kerstbomen zijn niet inheems
Alle hieronder genoemde kerstbomen komen van oorsprong niet in Nederland voor. Ze kunnen hier echter wel worden gekweekt en soms lukt het om een gebruikte kerstboom na Kerst in de tuin te planten. Sparren blijven net als dennen het hele jaar door groen. Houd er wel rekening mee dat al de hieronder genoemde naaldbomen in Nederland een hoogte van 15 meter of (veel) meer kunnen bereiken.
De meest gebruikte kerstboomsoorten vallen ofwel onder het geslacht Picea (sparren), ofwel onder het geslacht Abies (zilversparren). De sparren waarvan de Latijnse naam begint met ‘Abies’, zijn van de sparren waarvan de Latijnse naam begint met ‘Picea’ te onderscheiden door hoe de kegels staan. Bij het geslacht ‘Abies’ staan de kegels rechtop, bij het geslacht ‘Picea’ hangen ze naar beneden. In de regel kan gesteld worden dat de zilversparren witte lengtestrepen aan de onderzijde van de naalden hebben en sparren niet. Daarnaast hebben sparren een veel smallere vorm dan zilversparren (piramidale vorm).
De fijnspar (Picea abies)
De fijnspar is zeg maar de klassieke kerstboom. Als je kijkt naar de Latijnse naam, dan valt op dat daar zowel ‘Picea’ als ‘Abies’ in staat. Dit heeft te maken met hoe de kegels staan. In eerste instantie is dit staand, later gaan de kegels hangen.
Deze boomsoort komt van oorsprong uit Noord- en Midden-Europa. De naalden zijn donkergroen. Ze prikken wel, maar niet zo sterk als bijvoorbeeld de blauwspar. Fijnsparren kunnen vrij goed tegen schaduw. Ze hebben een voorkeur voor een hoge luchtvochtigheid. De luchtvochtigheid in Nederland is aan de lage kant voor de fijnspar. Hij kan hier wel groeien, maar het is niet ideaal. Toch zie je deze boom met enige regelmaat in Nederland, hij wordt namelijk van oudsher gebruikt voor de houtproductie.
De fijnspar heeft een oppervlakkig wortelstelsel, waardoor hij extra gevoelig is voor wind en langdurige droogte.
Als je een fijnspar koopt en je wilt dat hij zijn naalden vasthoudt, houdt er dan rekening mee dat deze boom veel vocht nodig heeft en je ‘m dus geregeld water moet geven. Een boom met een kluit heeft dus sterk de voorkeur.
De blauwspar (Picea pungens)
Deze boom heeft sterk prikkende naalden, wat dan ook meteen het minpunt is voor het gebruik van deze soort als kerstboom. Wel is het zo dat de takken sterk zijn, waardoor je er relatief zware versieringen in kunt hangen.
De naalden zijn vrij kort en groeien om de hele tak heen. In de VS noemen ze naaldbomen met naalden rondom de tak ook wel een ‘spruce’. De naalden zijn blauwgroen van kleur. Hij houdt de naalden goed vast. Deze naaldboom wil graag in de volle zon staan. Hij kan niet zo goed tegen schaduw.
De Kaukasische zilverspar of Nordmannspar kerstboom (Abies nordmanniana)
Deze boom komt van oorsprong uit Scandinavië. De naalden zijn donkergroen. Kweekvormen zijn vaak blauwgroen. De naalden prikken niet. Hij blijft ook groen zonder dat je deze water geeft. De naalden groeien ongeveer rondom de tak.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de fijnspar heeft de Nordmannspar een penwortel. Dat is een wortelsysteem, waarbij de hoofdwortel tamelijk recht naar beneden gaat. Hierdoor is deze boom, als deze al wat ouder is, niet meer uit te graven, dus krijg je ‘m in de regel niet met kluit mee als je deze koopt. Bij veel andere naaldbomen is er sprake van een oppervlakkig wortelstelsel dat wel uit te graven is.
De Nordmannspar kan op een schaduwrijke plek geplant worden.
De fraseri (Abies fraseri)
De fraseri komt van oorsprong uit de VS. De naalden zijn vrij kort en groeien om de hele tak heen (spruce). De naalden zijn hebben een frisgroene kleur. Hij houdt de naalden goed vast. Deze naaldboom wil graag in de volle zon staan. Hij kan niet zo goed tegen schaduw.
Nou hopelijk heb je er veel van geleerd en we wensen je hele fijne kerstdagen toe!
Ben je geïnteresseerd in meer blogs met betrekking tot seizoensfeesten en natuurfeesten? We hebben ook een Midwinter-winterzonnewende blog.