De weegbree
De weegbreefamilie komt over de hele wereld voor en wordt gekenmerkt door een aarvormige, meerzijdig symmetrische bloem en vier meeldraden (gele draadjes die uit de bloem steken). Recentelijk (mijn flora stamt uit 2000 en hierin was dat nog niet het geval) is de weegbreefamilie uitgebreid met onder ander ereprijs (Veronica) en vingerhoedskruid (Digitalis). Moerasweegbree en waterweegbree behoren overigens (ook nu) niet tot de weegbreefamilie, maar tot de waterweegbreefamilie.
Veel van de planten van de weegbreefamilie hebben wat betreft de bladeren alleen een wortelrozet. Dit houdt in dat de bladeren van de plant allen vanuit één punt beginnen, vlak boven de grond, net als een paardenbloem. De bekendste soorten in Nederland zijn de grote weegbree en de smalle weegbree. De grote weegbree kan goed tegen maaien en komt ook her en der in gazons voor. De smalle weegbree vind je meer in de berm. Beide planten worden doorgaans circa 50 cm lang. Ze zijn algemeen, ook in tuinen, maar echt woekeren doen ze doorgaans niet; ik ben er nooit een mat van tegengekomen.
Het geslacht Plantago, waar Plantago ovata toe behoort, bevat ongeveer 200 plantensoorten. Dit zijn overigens niet alleen kruiden, maar ook struiken. De Plantagosoorten die in Nederland in de open lucht groeien, hebben op de zandweegbree na, geen stengelbladeren.
Hoe je de plant herkent
De Plantago ovata (waar geen wetenschappelijke Nederlandse naam voor is) wordt net als de Nederlandse weegbreesoorten niet zo hoog: maximaal zo’n 40 cm. De bladeren zitten in een rozet onderaan de plant en zijn behaard. Plantago ovata heeft geen stengelbladeren. De bloemen, die in aren (staafjes) groeien, zijn wit. De vruchten beige of roze. De plant heeft een levensduur van één jaar.
Plantago ovata wordt door de vorm van de zaden met ovale zaadhulsels ook wel vlozaad genoemd.
Waar je hem vindt
De plant komt van oorsprong uit India en het Midden-Oosten, maar heeft zich verspreid naar andere delen van de wereld, zoals West-Azië, het Middellandse Zee gebied en de Verenigde Staten. Hij heeft een voorkeur voor droge tot zeer droge gebieden en komt in Amerika onder andere voor in de woestijn. Hij heeft zon nodig om te groeien.