Familie
Mariadistel is een plant uit de Asteraceae of composietenfamilie. De planten uit deze familie hebben bloemen die heel dicht opeengepakt (net een bos bloemen) bij elkaar zitten, waardoor het net lijkt of de plant maar één bloem heeft. Zo’n groep bloemen bij elkaar wordt in deze familie een (bloem)hoofdje genoemd. Zo’n hoofdje kan bestaan uit buisbloemen (rechtopstaande staafjes of buisjes), lintbloemen (bijvoorbeeld de gele bloemblaadjes aan de rand bij de paardenbloem) of buis- en straalbloemen (lijken sterk op lintbloemen).
Bekende planten uit deze familie zijn onder andere de paardenbloem en het madeliefje. Ook diverse distels horen tot deze familie. Voor de Nederlandse wilde planten geldt dat bijna alle distels tot deze familie behoren.
Herkenning
Mariadistel heeft groene bladeren met witte vlekken in lijnvormige patronen, als rozet (ze zitten als een krans direct op de grond) en hebben stekels. De bloemstengel, die zich vertakt, heeft ook bladeren. Net als de bladeren op de grond hebben deze witte vlekken in lijnvormige patronen en stekels. De bol waar de bloem uitkomt heeft, net als de bladeren, stekels. Het bloemhoofdje heeft enkel buisbloemen. Normaal gesproken zijn die paars, maar ze kunnen ook wit zijn. De planten zijn tweeslachtig. Ze worden bestoven door bijen.
Bijzonderheden
De plant kan stikstof in de bladeren opslaan. Als de grond waarop de plant staat veel stikstof heeft, kan de plant door de hoeveelheid stikstof in de bladeren giftig worden voor vee.
Groeiplaats
Mariadistel wordt één of twee jaar oud en blijft het hele jaar door groen.
Wat groeiomstandigheden betreft is de plant niet heel kieskeurig. Hij heeft licht nodig, maar kan groeien op zand of klei, op (zeer) zure tot basische grond, in een droge of vochtige omgeving met een goed doorlatende grond en is niet gevoelig voor wind. Mariadistel groeit onder andere in en bij afvalbergen, op droge en stenige grond, en langs wegbermen en akkers in een gematigd of subtropisch klimaat.
Niet van nature in Nederland
Mariadistel komt van oorsprong uit het Middellandse Zeegebied en delen van Azië. Hij is op diverse plekken geplant (o.a. in Afrika, Amerika en Australië). De plant heeft echter een invasief karakter, waardoor hij andere planten kan verdringen, met als gevolg dat de oorspronkelijke planten én de planten, dieren en andere organismen die hiervan afhankelijk zijn, kunnen verdwijnen, wanneer niet wordt ingegrepen. De plant is invasief in onder andere Australië en Nieuw-Zeeland.
Groente
Mariadistel werd sinds de oudheid gekweekt als groente. Men at de gekookte wortel net als de bijzondere groente schorseneren. De bladeren werden gebruikt als salade of bereid als spinazie. De zaden van de plant werden gebruikt als koffiesurrogaat net als chicorei. Daarnaast werd de plant ook gebruikt als veevoer.
Maar daarnaast hadden de geneesheren in die tijd al ontdekt dat mariadistel ook geneeskrachtige eigenschappen heeft.
Toepassingen voor de gezondheid
Mariadistel is een belangrijke plant in de natuurgeneeskunde. De plant is vooral rijk aan flavanolignanen. De belangrijkste stof die werkzaamheid vertoont is silymarine. Maar er zitten ook andere stoffen in zoals flavonoïden.
De plant heeft de bijzondere eigenschap dat het levercellen kan herstellen. Daarom wordt hij vaak ingezet bij leverproblemen. Hij is goed toe te passen alcohol- en medicijnengebruik, kunstmatige stoffen die in de geraffineerde voeding zitten, waar je hinder van kan ondervinden, en chemicaliën in het milieu die tot vervuiling van het lichaam kunnen leiden.
De plant wordt vooral ingezet bij
- leveraandoeningen
- huidziekten door leveraandoeningen
- hoog cholesterol
- trage stoelgang
Het meeste silymarine is terug te vinden in de zaadjes. Mocht je overwegen om mariadistel te willen gebruiken, dan kan je het beste contact met een deskundige opnemen.
Raadpleeg vóór gebruik een deskundige in geval van zwangerschap, borstvoeding, ziekte of medicijngebruik.