Er bestaat een variant van zetmeel – amylose – waar “ons” systeem resistent voor is. De suikers in dit zetmeel verhogen niet de bloedsuikerspiegel, en in de darmen zijn de gisten en schimmels ongevoelig voor dit type zetmeel omdat het niet kan worden afgebroken. Ze kunnen er niet van snoepen e/o groeien. Dat is mooi.
Maar aan deze resistente variant zit nog een vette bonus!
Deze onverteerbare vorm van zetmeel – de niet oplosbare vezel – wordt door de goede darmbacteriën gebruikt als voedingsbodem. Bepaalde bacteriën fermenteren zich een slag in de rondte om de slijmvlieslaag van de dikke darmen te onderhouden met boterzuur. En dat is gunstig.
(Ja ook in “ons” systeem wordt door inheemse vrienden boter gemaakt. Dat een koe slagroom en boter maakt zien we in de supermarkt. En dat proces begin ook met (gras)vezels en bacteriën die zich een slag(room) in rondte werken om de vetzuren te maken. Dat stukje van het proces werkt redelijk gelijk in onze darmen.)