Waaraan je de plant herkent
Een linde herken ik aan de bladeren en de vorm van de boom. De bladeren zijn hartvormig, vergelijkbaar met die van een hazelaar, maar de hazelaar heeft een struikvorm (een veelheid aan stammen onderaan de plant) en de lindes hebben één stam. Met deze combinatie kun je de linde al als zodanig herkennen. Lindes kunnen aan de onderkant van de stam een krans van bladeren hebben, ook wel waterloten genoemd. Dit komt met name voor bij lindes die al wat ouder zijn. Mocht de hoofdstam het begeven, dan kunnen nieuwe stammen ontstaan uit de waterloten.
De verspreid staande bladeren hebben een gezaagde bladrand en zijn vaak niet symmetrisch (de ‘helften’ van de bladeren zijn vaak niet gelijk). De bloem van een linde heeft vijf gele kroon- en kelkbladeren en heel veel meeldraden (meer dan 12, in bundels verspreid). De kroon van de bomen heeft veelal een bol- of (omgekeerde) hartvorm. Het bladerdek is dicht, waardoor er weinig zonlicht door de bladeren gaat. Het is een boom die veel schaduw verdraagt en daardoor in climaxbossen* groeien.
Waar je ze vindt
Lindes zijn lange tijd als heilige boom gezien en zijn daarom vaak solitair (alleen, vrijstaand) geplant, maar zijn ook als leiboom (leilinde), in een bomenrij of als laanboom te vinden. Mijn bijgevoegde foto laat lindes in een bomenrij zien. Lindes hebben een voorkeur voor een oudere, voedselrijke bodem met een goede strooisellaag. In de bossen komen ze in Nederland echter bijna niet meer voor, omdat de boom is geëxploiteerd voor het hout.
Lindes kunnen erg oud worden: de oudste linde in Nederland wordt geschat op 400-1000 jaar.
* De ontwikkeling of successie van een braakliggend terrein waar niet meer door de mens wordt ingegrepen begint met pioniers. Dit zijn planten die veel dynamiek aankunnen (overstroming, droogte, veel wind), maar wel veel zon nodig hebben. In eerste instantie zullen dan ook met name bepaalde grassen en kruiden groeien in een gebied. Later komen er struiken en bomen die hoger worden, maar nog vrij veel zonlicht nodig hebben om te kunnen overleven. Na verloop van tijd komen er soorten die veel schaduw verdragen, de zogenaamde climaxplanten. Linde is zo’n plant, net als beuk en hulst. Onder deze planten zie je door de schaduwdruk meestal geen lichtminnende kruiden en bomen.