Signatuurleer
Duizenden jaren geleden paste men al door middel van trial and error kruiden toe bij ziekte. Dat werd meestal gedaan aan de hand van de signatuurleer, wat zoveel inhoudt dat men naar de plant keek en er vragen bij stelde. Hoe ziet hij eruit? Hoe smaakt hij? Hij ruikt hij? Hoe groeit hij? En bij welke ziekte, welk orgaan of welk persoon past deze plant?
Bijvoorbeeld een plantje met harige blaadjes (longkruid) past bij luchtwegklachten, want de luchtwegen zijn ook bekleed met haartjes voor slijmtransport. Een rood bloemetje zal vast goed zijn voor het bloed, want het bloed is ook rood. De paardenbloem past bijvoorbeeld bij een mens met weinig wilskracht, die veel ideeën heeft maar die niet tot uitdrukking brengt. De paardenbloem is bitter en verbetert de spijsvertering waardoor er rust ontstaat en de wilskracht zich beter kan ontwikkelen.
Een kwestie van uitproberen/empirisch onderzoek
Men probeerde kruiden uit. Daarbij werden verschillende delen van de plant ingenomen (bessen, stengels, bladeren, wortels, zaden, etc). Ongetwijfeld hebben de nodige mensen daardoor het loodje gelegd, want de natuur heeft ons sommige erg giftige planten gegeven. Neem bijvoorbeeld het mooie en tegenwoordig vrij zeldzame Belladonna, de bessen daarvan leggen een volwassene al om bij een bes of tien. En ze zien er best lekker uit. Tja, daar kom je alleen maar achter door het uit te proberen nietwaar?
Maar goed, al doende leert men en men experimenteerde er dus vrolijk op los. Gedroogde kruiden, verse kruiden, kruiden in alcohol trekken, kruiden in een theetje, kruiden in siroop, kruiden als omslag op een wond (zoals duizendblad dat bloedstelpend werkt) en ook kruiden in capsules.
Vanaf de 19e eeuw, toen de microscoop en de scheikunde hun intrede deden, kon men steeds beter identificeren welke inhoudsstoffen planten eigenlijk bevatten en zodoende kon men ook beter de werkzaamheid bepalen.
Kruidentincturen
Wat zijn kruidentincturen eigenlijk? En waarom werken ze anders dan bijvoorbeeld een kruidenthee? Een tinctuur is eigenlijk een alcoholische oplossing. Bij een kruidentinctuur moeten de kruiden vaak minstens drie weken macereren (trekken) in alcohol en daarna worden afgezeefd. De duizenden complexe inhoudsstoffen die in de kruiden zitten, bepalen de werkzaamheid. Deze inhoudsstoffen zijn in een aantal hoofdgroepen in te delen:
- slijmstoffen
- bitterstoffen
- glycosiden
- harsen
- etherische oliën
- looistoffen
Sommige kruiden kun je beter niet in alcohol oplossen zoals bijvoorbeeld de heemstwortel, die slijmstoffen bevat die uit elkaar vallen in alcohol. Sommige werkzame stoffen uit een plant laten zich juist weer erg goed door alcohol onttrekken. Maar soms, zoals bijvoorbeeld bij duivelsklauwwortel, ontstaat door theebereiding een andere werkzaamheid dan door het maken van een tinctuur. Daarom heeft duivelsklauwwortel dan ook andere toepassingen in een thee dan in een tinctuur. Een bijkomend voordeel van een tinctuur met alcohol is dat het de houdbaarheid verlengt, want alcohol werkt conserverend en ontsmettend. Het alcoholgehalte dat voor tincturen gebruikt wordt ligt meestal tussen de 20 en 60%.
Over het algemeen werkt een kruidentinctuur vaak sterker dan een kruidenthee. Maar sterker is niet altijd bij iedereen beter. Soms hoef je alleen maar een zachte prikkel uit te delen aan het lichaam om tot een nieuwe, gezonde balans te komen.
Enkele voorbeelden van ouderwetse tincturen
- Jodiumtinctuur is een oplossing van jodium in alcohol en werd vroeger veel als desinfecterend middel gebruikt. Een nadeel van jodiumtinctuur is dat alcohol op een open wond erg pijnlijk kan zijn, vandaar dat tegenwoordig vaak ontsmet wordt met andere jodiumverbindingen die niet prikken.
- Goudsbloemtinctuur is huidherstellend en wondsamentrekkend.
- Echinaceatinctuur wordt als natuurlijk gezondheidsmiddel gebruikt om de weerstand van het menselijk lichaam te helpen. Dit is misschien wel een van de bekendste kruidentincturen.
- Salicylzuurtinctuur wordt gebruikt om wratten te verwijderen.
- Benzoëtinctuur is een oplossing van benzoëhars en wordt gebruikt in sommige parfums.
Een ander bekend voorbeeld is het ouderwetse kruidenbittertje, dit is eigenlijk ook een soort tinctuur.
Kruidenbitter Beerenburg
Zo’n ouderwetse kruidenbitter is Beerenburg, gemaakt aan het begin van de 17e eeuw door Amsterdamse jeneverstokers. Ze gebruikten een geheim kruidenmengsel van kruidenhandelaar Hendrik Beerenburg, die een winkel had aan de Amsterdamse Stromarkt. Deze kruiden werden vooral populair onder schippers, die een heilzame werking toedichtten aan dit gebrouwen drankje. Het was dan ook niet gek dat diverse apothekers hun eigen brouwsel gingen maken.
Er zitten waarschijnlijk wel tientallen verschillende kruiden in dit drankje, zoals onder andere kalmoes, duizendguldenkruid, zoethout, sandelhout, gentiaanwortel, laurierblad en jeneverbes. Deze kruiden zijn getrokken op jenever en brandewijn.
De kruiden in deze bitter smaken ook bitter, vandaar de naam. Bitterstoffen staan bekend om hun spijsverteringsbevorderende effecten, want ze stimuleren de afgifte van maagsap, galsap en alvleeskliersap. Deze sappen zorgen ervoor dat je eten beter verteert en dat je makkelijker naar de wc kunt voor de grote boodschap. Als je flink aan het tafelen bent, dan zorgt een kruidenbitter ervoor dat je eten toch wat minder zwaar op de maag blijft liggen. Kennelijk waren de schippers hier ook bekend mee. De stoelgang verbeteren is van alle tijden en ook nu nog een van de meest gestelde vragen van klanten.
Nou is Beerenburg eigenlijk een soort jenever of brandewijn, een echte kruidentinctuur wordt verdund gebruikt in water. Meestal gebruikt men per dag – afhankelijk van de gezondheid, leeftijd en situatie – voor een volwassen persoon 3x daags 10 tot 30 druppels. Maar dit kan natuurlijk verschillen.
Inhoudsstoffen versterken elkaars werking
Binnen de fytotherapie wordt het geheel van de plant als sterker gezien dan de afzonderlijke delen, wat betekent dat alle inhoudsstoffen bij elkaar voor de werking van het middel zorgen en elkaar versterken. In de reguliere geneeskunde is men steeds meer stoffen gaan isoleren, maar men kwam erachter dat hierdoor ook meer bijwerkingen ontstonden.
Simplex en complex
Kruidentincturen kunnen simplex of complex genoemd worden. Simplex houdt in dat er één kruid in een tinctuur zit, bijvoorbeeld mariadistel. Complex houdt in dat er meerdere kruiden inzitten. Dat kunnen er drie zijn, maar ook tien. Meestal is één kruid het hoofdkruid en werken de andere kruiden daarmee samen en versterken ze het hoofdkruid in zijn werking. Er zijn vele kruidentincturen voor vele toepassingen:, voor slaapbevordering, voor de spijsvertering, voor het gemoed, voor het bewegingsapparaat, voor de bloeddruk en het hart.
Wij hebben kruidentincturen voor veel verschillend toepassingen. Ze zijn grotendeels gemaakt van biologische kruiden. Wil je weten of er ook tincturen zijn voor je klacht? Kom langs in de winkel of neem contact met ons op via het telefonisch spreekuur of de mail. We helpen je graag!