De naam sterbladigen heeft betrekking op de Nederlandse planten en niet op de planten uit de (sub)tropen die tot dezelfde familie behoren. De bladeren van de planten van deze familie die in Nederland groeien staan in kransen (als een ster) om de stengel, zoals het geval is bij kleefkruid (Galium aparine). In gematigde streken, zoals in Nederland, zijn de planten van de sterbladigenfamilie met name kruiden.
Als we kijken naar de planten die in de (sub)tropen groeien, dan valt op dat deze helemaal geen bladkransen hebben en dus niet sterbladig zijn. Bij de soorten van de (sub)tropen staan de bladeren tegenover elkaar. Bekende planten van deze gebieden zijn de koffieplant (Coffea sp.) en de kina (Cinchona sp.). De ‘sp.’ in de Latijnse namen staat voor ‘species’; er vallen diverse plantensoorten onder. De planten van de sterbladigenfamilie die in de (sub)tropen groeien zijn met name houtige planten (bomen, struiken, en houtige kruiden, zoals klimop (Hedera helix)).
In deze blog wordt de Cinchona pubescens (hierna kina genoemd) behandeld, één van de Cinchona plantensoorten.
Oorspronkelijk stamt de kina uit de subtropen van Zuid-Amerika. In de 19e eeuw werden de zaden getransporteerd naar Nederlands-Indië waardoor Java en Sumatra in die eeuw grote kinineproducenten werden.
Groei en botanie
De naam Cinchona pubescens is niet de enige geslachtsnaam voor deze kinasoort, ook de naam Cinchona succirubra wordt gebruikt. Het is dezelfde plant. Kina is een vrij kleine boom die circa 30 meter hoog kan worden. Meestal blijft zijn hoogte beperkt tot 10-15 meter.
Op de plek waar kina vandaan komt kan de plant groeien op een hoogte tot meer dan 3000 meter. Hij kan veel schaduw aan, is droogteresistent en houdt van vochtige en warme omstandigheden. Wat dat laatste betreft kan de plant niet groeien in Nederland: als de temperatuur onder de 5 graden komt, kan hij sterven.
Bladeren, bloemen en bevruchting
De bladeren van de boom zijn van oorsprong groen en blijven ook in de winter zitten. Oudere bladeren worden rood. De geurende bloemen zijn wit of (licht)roze en zitten in clusters bijeen. De bestuiving/bevruchting van de bloemen gebeurt door bijen en vlinders. Wanneer de bloemen bevrucht zijn, komt de vrucht van de plant tevoorschijn. Dit zijn cilindrische capsules van zo’n 4 cm lang die veel zaden bevatten. De zaden worden verspreid met de wind. Kina heeft de eigenschap dat de plant zich geregeld kloont. Er komen dan meerder stammen de grond uit, in plaats van één.
Toepassingen
Kina heeft in de natuurgeneeskunde diverse toepassingen. Van oudsher wordt een stof uit de bast gebruikt tegen malaria en daardoor zijn veel landen hem gaan kweken. Zo kun je onder andere in India en Indonesië de plant tegenkomen in kwekerijen. Malaria was in de 16e en 17e eeuw een veel voorkomende ziekte. We hebben zelfs malaria gehad in Europa, ook in Nederland. Vooral in onze kustgebieden. Het heette hier ook wel de ‘Zeeuwse koorts’.
Tonic en bitter lemon
In de 19e eeuw moesten Britse ambtenaren en soldaten in India en andere gebieden preventief kinine gebruiken als bescherming tegen malaria. Maar het is vrij bitter, dus mengde ze het met suiker en koolzuurhoudend water; zo ontstonden tonic en bitter lemon. Kinine zit nog steeds in tonic en bitter lemon maar in hele lage doseringen.
Andere voedingsmiddelen
Kinine zit van nature ook in het hart van ananas, in het vruchtvlees van pompelmoes (pomelo) en andere citrusvruchten zoals de grapefruit (feitelijk een kruising tussen een pompelmoes en een sinaasappel).
De ontwikkeling van hydroxychloroquine uit kinine
In de Tweede Wereldoorlog kwamen de tropische plantages in handen van de Japanners en daardoor kreeg de ontwikkeling van chemische medicatie een enorme boost. Hierdoor werden middelen als hydroxychloroquine ontwikkeld..
Invasieve soort
Zoals wel vaker het geval is met de introductie van planten of dieren in een gebied waar deze oorspronkelijk niet voorkwamen, kan ook kina zich ontwikkelen als een plaag voor de oorspronkelijke begroeiing. In zo’n geval wordt een plant (o.a. kruid, struik of boom) of dier invasief genoemd. De kina kan bossen vormen en zo problemen veroorzaken voor de oorspronkelijke planten en de dieren die van het oorspronkelijke gebied afhankelijk zijn. De plant is invasief in o.a. de Galapagoseilanden. Hier kan kina een rol spelen in de bossen, maar ook zelf bossen vormen op plekken waar voorheen geen bos groeide.
Voorbeelden van invasieve soorten in Nederland
Ook in Nederland zijn er problemen met invasieve soorten. Dit heeft geen betrekking op de kina (die komt in Nederland niet voor), in Nederland gaat het om andere soorten. Wij hebben hier problemen met onder andere de Amerikaanse vogelkers (ook wel bospest genoemd, je ziet hier vaak bordjes van in natuurgebieden) en Japanse duizendknoop. Beide planten (Amerikaanse vogelkers is een vrij grote struik, Japanse duizendknoop een kruid) kunnen woekeren en zo de oorspronkelijke begroeiing verdrukken. Ook hebben we diverse rivierkreeften die hun oorsprong vinden in andere landen (vorig jaar nog in het nieuws geweest).
Artemisia annua als alternatief voor malaria
Een moderne plant die tegenwoordig veel tegen malaria wordt ingezet is de Artemisia annua (zomeralsem). Deze is vrij makkelijk door de lokale bevolking te telen in landen die met de malariaparasiet te kampen hebben. Daar is een interessante documentaire over:
The malaria business: Big pharma vs natural medicine – YouTube