De familie
De grote engelwortel is een schermbloemige. Zoals de naam al zegt, is de bloeiwijze meestal een scherm. Zo’n scherm bestaat uit een aantal bloemen met korte bloemstelen, waarbij de bloemstelen allemaal beginnen op dezelfde plek. Alle schermbloemigen hebben vijf kroonbladeren en vijf meeldraden, maar omdat het kleine bloemetjes zijn, zie je de meeldraden alleen als je goed kijkt. Voor insecten daarentegen is de nectar er heel makkelijk uit te halen waardoor er altijd veel verschillende soorten op de bloemen afkomen.
De schermbloemenfamilie is groot (wereldwijd 2000 tot 3000 soorten) en in Nederland zie je een paar veelvoorkomende soorten zoals fluitenkruid, gewone berenklauw, reuzen berenklauw en pastinaak. Zelfs het te vaak voorkomende en onuitroeibare zevenblad is een schermbloem….
Waaraan je de plant herkent
De grote engelwortel is een forse plant, als hij bloeit wordt hij maar liefst 2,5 meter hoog. Dit gebeurt echter maar één keer in zijn leven. Deze een twee- tot vierjarige plant sterft na zijn eenmalige bloei af. De wortel van de plant is een knol, hij heeft hij een rozet (bladeren samen aan de onderkant van de plant), een holle stengel en samengestelde bladeren; deze bladeren zijn gezaagd. De stengel van de plant is groen of paars aangelopen en de bloemen zijn groenig of wit.
Waarmee je hem gemakkelijk kunt verwarren
Als de grote engelwortel wat groter wordt, is het een vrij gemakkelijk te herkennen plant. Je zou hem eventueel met de veel algemenere gewone engelwortel kunnen verwarren, alleen wordt die wat minder hoog en heeft een andere vorm blad. Zo is het laatste deelblad van de grote engelwortel meestal licht gespleten, maar is dit niet het geval bij de gewone engelwortel. Daarnaast is de bloemkleur van gewone engelwortel wit tot lichtroze.
Waar je ze vindt
De plant komt hoofdzakelijk voor in grote delen van Europa, met name het noorden. Hij groeit op voedselrijke zoete tot brakke grond, op zeer vochtige tot (zeer) natte grond (hij kan goed tegen overstroming), dicht bij water. Je zal hem dus vaak langs sloten en rivieren zien staan. De rozet kan halfschaduw goed aan, waardoor de plant ook in de bosjes kan groeien. In Nederland vind je de grote engelwortel o.a. in het rivierengebied van Rijn en Maas en bij het IJsselmeer. Hij komt sporadisch voor langs de IJssel. De plant groeit vaak samen met grote brandnetel, haagwinde, harig wilgenroosje, kleefkruid, rietgras en wolfspoot.
Gezondheidstoepassingen grote engelwortel
Engelwortel bevat de volgende inhoudsstoffen die van belang zijn voor kruidengeneeskunde: etherische olie, bitterstoffen, angelicazuur en betasitosterol.
Engelwortel wordt gebruikt als eetlustopwekker en bittermiddel. Het bevordert de maagwerking en afscheiding van maagsappen. Daarnaast werkt het op de lever en bevordert het de aanmaak van gal voor de vetvertering, maar het helpt ook om de alvleesklier te ondersteunen in de afscheiding van spijsverteringsbevorderende stoffen. Het mooie is dat het tevens krampwerend is op maag en darmen en windverdrijvend. Een mooi woord voor dat het helpt bij gasvorming en een opgeblazen gevoel.
Wanneer zet je engelwortel dan dus in?
- Bij gebrekkige eetlust.
- Bij een gebrekkige en trage spijsvertering, bij een trage maagwerking, dus een lang een vol gevoel hebben.
- Bij een trage aanmaak van galsap en een slechte vetvertering.
- Bij milde kampen en kolieken, bijvoorbeeld een spastische darm.
- Bij winderigheid en een opgeblazen gevoel.
Waarschuwing: kruiden kunnen altijd een interactie hebben met geneesmiddelen, medicatie, zwangerschap en borstvoeding. Raadpleeg daarom altijd een deskundige.